Wie spaart of belegt in een bv betaalt belasting over het werkelijke rendement. Wie weinig risico wil lopen en gewoon spaart, is daardoor vanwege de lage rente soms beter af als het geld in de BV staat. 

Spaarders en beleggers die proberen de belasting in box 3 te ontwijken of ontlopen, krijgen volgend jaar extra aandacht van de Belastingdienst.

Dat zei staatssecretaris Eric Wiebes van Financiën gisterenavond tijden de bespreking van het Belastingplan 2016 in de Tweede Kamer. Hij reageerde op een suggestie dat aanpassing van de fictieve rendementen in de vermogensrendementsheffing, waarbij vermogens boven de 125.000 euro zwaarder worden belast, kan leiden tot het optuigen van allerlei belastingconstructies.

Een legale manier om belasting te besparen, is door je vermogen in een BV te laten renderen. Dat kan zowel in een bestaande BV als in een speciaal op te richten spaar-BV. Voorop staat dat dit soort constructies voornamelijk gunstig is voor geld dat je risicomijdend wilt sparen of beleggen (in degelijke obligaties), omdat in de BV het werkelijke rendement wordt belast en niet het fictieve box 3-rendement van 4 procent. Beleggingen die naar verwachting meer dan deze fictieve 4 procent opleveren, kun je beter in box 3 houden. Dan is die 4 procent juist lekker laag.

Heb je al een BV waarin cash zit, dan is het voordelig om spaargeld in de BV te houden. Uitgaande van een spaarvermogen van 250.000 euro en een rendement van 1,0 procent maak je in box 3 een negatief rendement van 0,2 procent. In euro’s: je verliest dan 500 euro.

Als je het geld in de BV laat staan, betaal je over het rendement (bij een winst van minder dan twee ton) 20 procent vennootschapsbelasting en, over wat dan nog resteert, 25 procent box 2-belasting. In totaal betaal je over 2.500 euro 1.000 euro belasting en houd je 1.500 euro over. Dat is 2.000 euro meer dan wat je in box 3 overhoudt. Dat zet dus zoden aan de dijk!

Geld overhevelen naar de BV

Als je wel een BV hebt, maar het meeste spaargeld staat in privé, moet je dat geld eerst overhevelen naar de BV. Dat kan door een extra kapitaalstorting. Het geld kan dan worden gespaard in de BV. Zo'n kapitaalstorting kun je zelf doen, maar als je het geld later weer wilt terughalen, moet je naar de notaris. Dat kost al gauw meer dan 500 euro en heeft dus alleen zin als het om meer dan een ton spaargeld gaat of als je het geld langere tijd in de BV wilt laten staan.

Heb je geen BV, dan kun je een spaar-BV oprichten. Dat kan tegenwoordig al voor een paar honderd euro. Van zo'n simpele BV kun je, als je een beetje handig bent, makkelijk zelf de administratie doen; je hebt dus geen boekhouder of accountant nodig.

Terug naar de kabinetsplannen: is er een risico dat spaargeld in de BV wordt aangepakt? Ja, dat risico is er altijd. Maar dat risico geldt alleen voor speciaal opgerichte spaar-BV's. De overheid kan een BV waarin geld wordt verdiend moeilijk dwingen geld uit te keren. Sterker, de fiscus is de laatste tijd juist strenger geworden op het gebied van uitkeren door de verplichting van de uitkeringstoets bij dividenduitkeringen.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl